Verslag van het
biodiversiteit symposium 12022019 Druiventuin Monster
Aad van Uffelen,
Naaldwijk
Biodiversiteit in en buiten de kas, hoe dan?
Ca 60
belangstellenden waren aanwezig op het symposium ''Meer rendement door
biodiversiteit'' dat werd gehouden in de Druiventuin te Monster. Georganiseerd
door Natuur en
Milieufederatie Zuid-Holland (Michael Verhoeckx) en InnoPlant. Dagvoorzitter
was Nico van Ruiten, voormalig voorzitter van Glastuinbouw Nederland.
De stelling: ''Kan
biodiversiteit in en om de kas u een hoger rendement opleveren en resulteren in
duurzamere teelt en producten''?
Sprekers
waren: Eveline Stilma van Innoplant; Helma Verberkt van Glastuinbouw Nederland;
Willem Jan de Kogel van Wageningen Plant Research; Ingrid ter Woorst van het
Hoogheemraadschap van Delfland. Telers: Frank de Koning, Fons Verbeek, Martijn
Vis, Gerben Ravensbergen en ton Immerzeel.
Het symposium
werd mogelijk gemaakt door Glastuinbouw Nederland, Provincie Zuid-Holland,
Greenpoort West-Holland, Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap van
Schieland en de Krimpenerwaard, Biobest Nederland en Royal Brinkman.
Biodiversiteit
is voor veel telers nog een niet begrepen fenomeen. Vaak is er veel kennis van
hun eigen product, maar van natuur weet men meestal niet veel. Dus ook de vraag
hoe natuur kan bijdragen aan hun bedrijf en hoe hun bedrijf kan bijdragen aan
het welzijn van de natuur, is nog niet duidelijk.
Het denken is,
zo merkte ik aan de sprekers, vooral eenzijdig naar binnen gericht. Alles
draait om het bedrijf, de teelt en de opbrengst. Begrijpelijk, maar het is niet
voldoende om maatschappelijk, natuurinclusief en ecologisch verantwoord een
bedrijf te kunnen voeren.
Natuurlijk bermbeheer is voor velen een gruwel. Er is angst voor de
buitenwereld, angst voor flora en fauna. Vreemd, want de emissies die vanuit de
bedrijven naar buiten gaan, in water, bodem en lucht zijn enorm, de
buitenwereld moet juist angst hebben
voor de agrarische sector. En dan is het in Nederland beter dan in veel andere
landen, vooral in de buitenlandse grootschalige landbouw is het slecht gesteld.
De agrarische sector is de grootste gebruiker van bodem in Nederland. Vreemd is
ook dat niemand in de sector zich afvraagt wat er vanuit de bedrijven naar
buiten komt. De agrarische sector is een van de grootste aantasters van natuur.
Methaan, CO2, dierziekten, gebruik van bestrijdingsmiddelen, lozingen,
genetische manipulatie, kortom het is niet allemaal glorie. De teloorgang van
de biodiversiteit, het verdringen van soorten, het afschieten van dieren en
vogels, het is gemeengoed.
Gelukkig gebeuren er ook al veel goede dingen zoals duurzaam telen, biologische
teelt, minder energiegebruik, er wordt gewerkt met macrobiologie (insecten,
mijten,) of microbiologie (bacteriën, schimmels).
In het verleden (en dat gebeurt nog) zijn veel bestrijdingsmiddelen gebruikt
die breedspectrum waren en dus alles doodden. Daardoor is veel resistentie
ontstaan en is veel natuurlijke biodiversiteit aangetast. Denk aan DDT,
gechloreerde koolwaterstoffen, Parathion, Malathion, Dieldrin, Temic, etc. (Ik
schreef daar al eens een blog over)
Het positieve resultaat van dit seminar is dat er een begin is
gemaakt breder te denken over het belang van biodiversiteit in de kas. Dat er
kansen liggen voor productie- en rendementsverbetering en mogelijk ook minder
gebruik van bestrijdingsmiddelen in de toekomst. Dat is winst. De vraag is nu
hoe de LTO en de tuinders om willen gaan met de biodiversiteit buiten de kas.
Gangbaar is alles buiten de kas kort te maaien en de LTO heeft ook nadrukkelijk
de wens om de buitenwereld constant kort te maaien. Zo hoopt ze dat er geen
insecten en onkruid van buiten naar binnen komen. Dat is geen goed perspectief
voor de natuur die al zwaar onder druk staat. De biodiversiteit is afgelopen
decennia al met ruim 70 % verminderd, soorten sterven uit of worden verjaagd.
Leefgebieden worden ingenomen door land- en tuinbouw, bedrijventerreinen, wegen
en steden. Zelfs de restjes natuur dreigen onder de voet te worden gelopen door
recreanten en toeristen.
Volgens Eveline
Stilma, eigenaar van Innoplant, gaat het niet om het aantal kringlopen of
soorten van biodiversiteit, maar gaat het om de onderlinge samenhang, om
verbanden. Zij denkt dat dat het systeem stabiel maakt.
Helma Verberkt,
programmamanager Plantgezondheid bij Glastuinbouw Nederland ziet biodiversiteit
vooral als een productiefactor van een geïntegreerde teelt- en gewasbeschermingstrategie.
Biodiversiteit moet voor de tuinder functioneel zijn en bijdragen aan weerbare
gewassen. Het gaat haar er om dat er nog een goede boterham te verdienen is.
Bermen
Glastuinbouw
Nederland wil graag onderzoek om meer inzicht te verkrijgen. LTO maakt zich
zorgen over insecten en onkruid uit de bermen in Westland en elders. Ze hopen
dat er snel, zeker in Westland, een aangepast maaibeleid komt. Niet twee keer
per jaar, maar veel vaker en wel tot minimaal 750 meter van de kassen. LTO
denkt dat grondig onderzoek tot een
winsituatie voor het milieu en de glastuinbouw kan leiden.
Leonie Claesen beleidsspecialist
Ruimtelijke Ordening bij Glastuinbouw Nederland sluit niet uit dat een meer
gevarieerde berm voordelen biedt bij aanpak van ziekten en plagen in de kas. Naar
voren kwam dat ook in andere gebieden in Nederland tuinders menen dat de natuur
buiten tot schade binnen leidt, de vraag is of dat zo is.
Claessen geeft
aan dat sommige glastuinders vaker maaien willen. Zij zegt dat er geen goed
wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen
van maaibeleid is geweest.
Wel is het afgelopen
jaar door drie Westlandse glastuinbouwbedrijven meegedaan aan een WUR-onderzoek.
Zij vindt het niet opmerkelijk dat nader onderzoek nodig is om goede conclusies
te trekken.
(opm. KNNV afd. Delfland heeft in 2018 onderzoek gedaan naar onkruiden die
vanuit de berm van de Poelzone de kassen in zouden waaien.
https://www.knnv.nl/sites/www.knnv.nl/files/Onkruid%20in%20kassen%20Westland.pdf
De gemeenteraad
Westland houdt spoedig een Raadsinformatieavond over insecten en onkruid in de
bermen, met mogelijke gevolgen voor het maaibeleid.)
Natuur centraal stellen
Een paar
vooruitstrevende telers vertelden hoe ze op biologisch-dynamische wijze groenten,
fruit of siergewassen teelden. De biologisch-dynamische glasgroentetelers Frank
de Koning (Nature en More) en Fons Verbeek (Bioverbeek) zijn overtuigd van het
nut van goede biodiversiteit rondom hun bedrijf. Bloem- en groenstroken zijn
effectief bij het beheersen van ziekten
en plagen in de kas. De natuurlijke bestrijders die daarin zitten vormen een
bufferzone, zodat plagen minder snel de kas in dringen. Ook zoeken bestrijders
de plagen in de kas op, aldus De Koning. Het was verheugend de verhalen van
deze biologische tuinders te vernemen omdat zij bewijzen dat natuur buiten
gunstig is voor het gewas binnen.
Wat vind ik zelf
Als deelnemer
aan dit seminar en aanwezig voor Natuurorganisaties in Westland zie ik het
positief als milieuorganisaties en het agrarisch bedrijfsleven willen gaan
samenwerken om de biodiversiteit in en om kassen te vergroten.
Het bleek
tijdens dit seminar wel dat partijen nog blijven steken in biodiversiteit
onderdeel laten zijn van geïntegreerde teeltsystemen. Dit is toch weer
eenzijdig denken terwijl het integraal moet. Beide kanten zijn belangrijk. De urgentie wordt niet ingezien van het
instorten van de biodiversiteit. De VN riep in 2019 nogmaals op te erkennen dat
de sterke afname van de biodiversiteit een groter probleem is dan het
klimaatprobleem. Daar moeten we iets mee. De glastuinbouwsector, maar ook de
politiek nemen niet hun verantwoordelijkheid.
Ik wil nog
opmerken dat biodiversiteit niet iets is voor erbij, maar het is de essentie
van leven op aarde. Er moet balans komen tussen economie en ecologie. Een
schone bodem, schoon water en schone lucht in samenhang met voldoende echte
natuur is essentieel om tot herstel van biodiversiteit te komen. Daar hoort bij
meer natuur aanleggen en beschermen.
Biodiversiteit alleen zien als productiefactor betekent dat het niet wordt
begrepen. Herstel van de biodiversiteit is vele malen belangrijker dan praten
over een klimaatprobleem. Een punt daarbij is dat de Westkant van Nederland
zwaar overbevolkt is en de druk op het ecosysteem is gigantisch. Ook daar moet
naar worden gekeken. Ondanks alle gepraat zijn we nog steeds bezig met ecocide
plegen en dat is niet het juiste pad.
Een paar vragen
die ik nog had willen stellen, maar de gelegenheid was erg beperkt:
1 Vraag voor
Eveline Stilma: Uw betoog gaat over ''binnen'', maar wat kan ''buiten'' bijdragen aan een goede
biodiversiteit. Het moet toch samen op gaan, binnen en buiten?
2 Vraag voor
Helma Verberkt: Wat is de invloed op het milieu buiten van de inzet in de
kassen van 15 miljard beestjes (natuurlijke bestrijders zoals sluipwespen) op
buiten. Heeft dit nadeel voor het voedsel in de bermen voor vogels, kikkers,
vleermuizen?
3 Vraag voor
Jan Nagel: Moet de agrarische sector / glastuinbouw niet wederkerig bijdragen
aan biodiversiteit van de natuur? Wat doet de sector voor een gezonde
buitenbiodiversiteit?
4 Vraag voor
Ingrid ter Woorst: Schoon en gezond water moet, dat is een gezamenlijk belang.
Hoeveel schade brengt de agrarische sector toe aan de natuur, is de uitstoot
van de sector exact bekend?
5 Vraag voor Frank
de Koning: Brengt stomen schade aan de biodiversiteit van de bodem, is stomen
niet dodelijk voor het bodemleven?
6 Vraag
voor Woody Maijers van het
Innovatiepact Greenport Westholland:
Waarom mogen alleen leden van LTO deelnemen aan het kennisnetwerk biodiverse
teelten? Waarom niet ook juist vakvreemden om het ''out of the box denken'' te
bevorderen?